L-filosofie
Hoofdvragen
- Leg het belang uit van de historiciteit van de auteur/kunstenaar en interpretator in de hermeneutiek van Schleiermacher en Gadamer. (2021)
- Bespreek en vergelijk de opvattingen van Plato en Hegel ivm dialectiek. (8p)
- Welke rol speelt het subject bij Descartes? (3p)
- Kant wil ‘Copernicaanse revolutie’ doorvoeren; welke rol krijgt het subject toegewezen? (3p)
- Bespreek het gebruik van Dasein (ipv ‘subject’) (3p)
- Bespreek: Husserl’s fenomenologie is een doorzetting van Kant’s filosofisch project.
- Bespreek: Aristoteles, 4 oorzaken. (essay)
- Bespreek: Thomas van Aquino, God.
- Tekstvraag: Wittgenstein.
- Bespreek hoe het nominalisme van Ockham gezien kan worden als een reactie tegen de kenleer van Aristoteles en Plato. (6p)
- Bespreek Hume zijn visie over de causaliteit. (3p)
- Bespreek Kant zijn visie over de causaliteit. (3p)
- “Angst hebben om een examen af te leggen is wat Heidegger een ‘Grundbefindligkeit’ zou noemen.” Verklaar en bespreek. (Akkoord/Niet akkoord). (2p)
- Tekstfragment uit de eerste meditatie van Descartes (3 vragen). (3p)
- De rol van het subject in het filosofisch systeem van Kant en Descartes. (6p)
- ‘Filosofie is leren doodgaan’: Plato (2p) Waarom is dit typisch voor de westerse filosofie volgens Nietzsche? (2p) Hoe komt dit voor bij Heidegger? (2p)
- Stelling van Husserl beoordelen. (2p)
- Thomas van Aquino tracht de Aristotelische filosofie te verzoenen met de Christelijke geloofsleer. Bespreek in welke mate hij beroep doet op de leer van Plato. (8p)
- Rene Descartes wordt gezien als de grondlegger van de moderne subjectsfilosofie. leg uit. (3p)
- De zogenaamde Copernicaanse Revolutie die Kant doorvoert in de kenleer maakt dat het subject een andere rol krijgt toebedeelt. Leg uit. (3p)
- Heidegger spreekt niet langer van subject, maar van Dasein. Leg uit. (3p)
Begrippen (3 x 1p. & max. 5 zinnen)
- Taalspel
- Illuminatieleer
- Hylemorfisme
- Scheermes van Ockham
- Postmodernisme
- Geworpenheid
- Intentionaliteit
- Historisch materialisme
- Philosophia Christiana
- Decentrering van het subject
- Hermeneutische cirkel
- Eerste intelligibele dingen
- Taalspel
- Nominalisme
- A priori kennis